Proefprojecten in samenwerking met universiteiten en hogescholen

Kernboodschap

De tuinbouwschool van het PTI Kortrijk zet zich als school sterk op de kaart. Ze is steeds op zoek naar de meest innovatieve projecten binnen de sectoren planten, dieren en milieu. Daarvoor weet ze een arsenaal van instellingen, organisaties, bedrijven en hoger onderwijs te mobiliseren: wetenschappelijke proefprojecten, kwekerijen in de vis-, plant- en tuinbouwsector, zelfs het aanpalende woon- en zorgcentrum wordt betrokken. Het effect is duidelijk: de leerlingen zijn gemotiveerd om in deze boeiende projecten te duiken. Want dat is uiteindelijk de kern van de vernieuwing: de succesbeleving van de leerlingen staat centraal.

 

Algemene gegevens

Het Provinciaal Technisch Instituut heeft 2 campussen, ‘Techniek & Design’ (Graaf Karel de Goedelaan 7) en de ‘Provinciale Tuinbouwschool’ (Condédreef 10).

Studierichtingen: Biotechniek (TSO Biotechnische Wetenschappen), Groendecoratie (BSO Groendecoratie, BSO 7de specialisatiejaar Bloemsierkunst), Plant, Dier en Milieu (TSO Planttechnische Wetenschappen, TSO Dier- en Landbouwtechnische Wetenschappen – optie Dier, BSO Tuinaanleg en Groenvoorziening, BSO 7de specialisatiejaar Tuinaanleg en -Onderhoud)

[email protected] | 056 22 00 13 | www.pti.be | Facebook.com/ptikortrijk

Aan het woord

Germain Desmet, teeloverste & Francis Bruyneel, directeur

“De interacties tussen onze leerlingen in de tuinbouwschool, de bejaarden en andere bezoekers zijn erg mooi om zien. Eén leerling heeft door dit soort ervaringen beslist om de opleiding bejaardenzorg te volgen. Fantastisch toch?”

“Onze leerlingen komen graag naar school, als verwezenlijking kan dat tellen.”

“We dagen de leerkrachten uit om het individuele – 'ik en mijn vak' – te verlaten en mee te denken in een groter geheel.”

 

Portret

1.      Vat krachtig samen waarin je vernieuwend bent.

Onderwijs kan zich niet beperken tot wat zich binnen een klas afspeelt. Onze school zoekt voortdurend naar projecten die vernieuwend zijn binnen de sectoren die ooit onze leerlingen zullen tewerkstellen. Daar kunnen we tal van voorbeelden van geven. Relatief nieuw is het experimentele project aquacultuur in warme kasteelt. Onder de tomaten en de aardbeien kweken we omegabaars die we als consumptievis verkopen. Dat zorgt soms voor grappige neveneffecten, zoals ouders die ons bezorgd contacteerden omdat hun kinderen met vreemde verhalen thuiskwamen – “vis kweken onder de aardbeien?” Het aquacultuur-project gebeurt in samenwerking met de KU Leuven. Als enige school staan we hiermee zowel nationaal als internationaal op de kaart. Dit laat ons toe om op technisch niveau geschoold personeel te leveren.

Dat typeert onze insteek: partners van divers pluimage weten ons te vinden, met name universiteiten, hogescholen, proefstations en de industrie. Onze vis komt nu in enkele toprestaurants terecht, net omdat we een sterk verhaal kunnen vertellen. We hebben een pak projecten gerealiseerd: een kippenren, een tropische wintertuin waar exoten zoals vogels en reptielen vrij in bewegen, ruimtes voor paarden én voor kleine dieren zoals konijnen en cavia’s.

Zo verbinden we de drie richtingen plant-dier-milieu tot één geheel, met het ecologisch principe voor ogen dat alles zoveel mogelijk gerecupereerd of hergebruikt wordt. De proefprojecten in samenwerking met universiteiten en hogescholen is een win-win: wij leren van hen de wetenschappelijke kant en zij leren de praktijk en de techniek kennen bij de uitvoering.

Ook andere afdelingen van onze school zijn mee geëngageerd. Zo betrekken we de Afdeling Elektriciteit-Elektronica bij de technische sturing van onze proefprojecten, staan zij in voor de automatisering van de metingen, installeren zij onderwatercamera’s voor de cyclische belichting bij de kreeften, enzovoort. In onze school linken we alles aan alles. Neem nu de studierichting Biotechnische Wetenschappen, die bestuderen de biotechnologie, voeren metingen uit en analyseren de resultaten, … Welnu, in alle afdelingen zijn er opties te over om hen hiervoor in te zetten. Het is een perfecte omgeving om van alles te gaan ontleden, te meten, de voeding te verbeteren, enzoverder. Daardoor is dit ook een stevige opleiding geworden.

We hebben misschien niet de sterkste leerlingen, maar we brengen wel al onze leerlingen op een hoger niveau door theorie en zinvolle praktijk aan elkaar te koppelen. Zo vinden we steeds een goede match tussen studierichtingen, tussen leerlingen onderling. Zo komen we tot succesbelevingen met die leerlingen. Een op het eerste zich simpel project als ‘wijn maken’ wordt een beleving voor de hele school: appels plukken, verwerken, alle chemische reacties bekijken, het wijnproces evalueren, …

 

2.      Waarin ben je als school uitmuntend? Waarin verschil je van andere scholen?

Als je voortdurend vernieuwende projecten wilt opzetten, dan heb je mensen nodig die hier hun schouders willen en kunnen onderzetten. Die mensen kijken niet op een uur, zijn hier zomer en winter beschikbaar, ook in de vakanties dus. Je kunt immers planten en dieren niet even ‘on hold’ zetten in die periodes. Tegelijk moet je hen in ruil alle vrijheid van handelen geven en hen blijvend ondersteunen.

Onze school ligt naast het woon- en zorgcentrum Sint-Jozef en enkele jaren geleden verwijderden we de haag die tussen onze beide instellingen groeide. Daardoor kregen de bewoners toegang tot de tuinbouwschool en konden we op hun domein een dierenpark aanleggen. Door de tuinen samen te voegen, ontstond er een grotere oppervlakte en samenwerking. Even verderop ligt de kinderopvang De Puzzel en ook die hebben we in dit verhaal betrokken. Dit is een sterk voorbeeld van hoe onze school voortdurend 'over het schoolmuurtje' kijkt om samenwerkingsverbanden te creëren die voor iedere partner een meerwaarde inhoudt.

 

3.      Wat is de drijfveer, de dwang of drang om te veranderen, vernieuwen?

Naar aanleiding van de hervormingen in het agrarisch onderwijs (2009) kwamen we voor een nieuwe uitdaging te staan. Elke school moest ook de opleiding dier aanbieden. Een richting die we nog niet hadden. De uitdaging was des te groter gezien de beperkte oppervlakte van onze school en het ontbreken van docenten die opgeleid waren voor dit vak. Wij als teeltoversten kregen de taak om de praktische invulling te realiseren tegen het nieuwe schooljaar. De opdracht was eenvoudig. Tegen de volgende open deur moest er naast een innovatieve duurzame aquacultuur al het nodige voor de invulling van Dier zichtbaar gerealiseerd zijn in een breed schoolverband.

Gaandeweg spraken we de andere leerkrachten op hun talenten aan: wie is vogelliefhebber, wie kent iets van paarden, wie kan goed organiseren? Tegelijk betrokken en betrekken we de leerlingen bij elk aspect van de uitvoering en prikkelen we hen met de nieuwste technologische en agrarische ontwikkelingen.

De succesbeleving van de leerling staat centraal, dat vinden wij zeer belangrijk. Ze moeten zich in de praktijk kunnen meten met anderen. Zo sturen we ze zeer snel naar de topwedstrijd inzake bloemschikken in Aldenbiezen. Via dit soort uitdagingen leren ze veel bij. Leren doe je niet door binnen 4 muren te blijven zitten, wel al doende, door de mogelijkheid te krijgen nieuwe zaken uit te proberen en uit je fouten te leren.

Op die manier brengen wij ook een duidelijke boodschap naar de buitenwereld: er zijn wel degelijk mogelijkheden om op een goed traceerbare manier planten en dieren te kweken. Zo geven wij ons deel van het antwoord op een immens milieuprobleem.

 

4.      Wat geeft energie om dit te realiseren? Wat maakt dat je vernieuwing slaagt/zal slagen?

Aan de vele positieve reacties in de buitenwereld merken we dat we de goede weg zijn ingeslagen. We hebben een krachtige uitstraling, we hebben onze school op de kaart gezet. We kunnen zowel lager als hoger onderwijs bij ons betrekken, via rondleidingen en projecten. Door samenwerkingen als met het woon- en zorgcentrum en de kinderopvang zien we ook onze leerlingen openbloeien op andere, sociale vaardigheden.

En uiteraard, als je een telefoontje krijgt van het parlement met de vraag of we de inauguratie van de nieuwe koning willen opfleuren met bloemstukken van onze leerlingen, … Dat vragen ze niet aan gelijk welke school!

 

5.      Indien je al effecten/impact van de vernieuwing ziet, welke zijn die?

De leerlingen zijn onze 'drive'. Wij kunnen lesgeven aan kinderen en jongeren die niet graag in de klas zitten, die elders hun plaats niet vinden, soms negatieve schoolervaringen hebben opgelopen. Hier zijn ze merkbaar blij en gelukkig omdat ze kunnen 'buiten' zijn. Onze leerlingen komen graag naar school, als verwezenlijking kan dat tellen. Ouders appreciëren onze vernieuwing en onze inzet enorm. Het aantal leerlingen is verdubbeld op quasi 5 jaar tijd. Een mooi voorbeeld is de samenwerking met het woon- en zorgcentrum en de kinderopvang. Voor de bewoners van het centrum zijn er logischerwijs ook heel wat voordelen. Het dierenpark biedt een mooie en rustige omgeving, is toegankelijk voor rolstoelgebruikers en tegelijk vinden er tal van activiteiten plaats. Zo verwittigen we steeds het centrum en de kinderopvang wanneer de schaapscheerder of de hoefsmid langs komen. Bepaalde diersoorten dragen ook bij aan het welbevinden en herstel van mensen met heel uiteenlopende problematieken.

De interacties tussen onze leerlingen, de bejaarden, de kinderen en andere bezoekers zijn erg mooi om zien. De bejaarden vertellen hun verhalen, brengen hun expertise en ervaringen in, hebben het gevoel dat ze hier iets kunnen betekenen. De leerlingen leren de diversiteit onder de bejaarden kennen. Wanneer ze naar aanleiding van Moederdag bloemen gaan brengen aan alle vrouwen van het centrum – niet iedereen is moeder geweest – dan krijgen ze aanbevelingen als: “als je bij deze mevrouw binnen gaat, moet je haar zus of zo benaderen”, “deze mevrouw is dementerende, die spreek je best zo aan ...”. Eén leerling die lassen als opleiding volgde, heeft door dit soort ervaringen beslist om de opleiding bejaardenzorg te volgen. Een mooier voorbeeld deze mooie interacties kun je niet bedenken. Het is fantastisch om te zien hoe jongeren hier op ongekende talenten en interesses openbloeien.

De ouders weten dat onze school sterk inzet op innoverende projecten die voor het latere beroepsleven van belang kunnen zijn. Ouders hebben de markt van de scholen afgelopen en komen dan hier terecht. Ze merken dat we hier geen onderwijs aanbieden zoals het 30 jaar geleden was, toen de leerlingen moesten knikken en ondergaan. En dat waarderen ze enorm.

Het effect van deze vernieuwingen voor het team is dat steeds meer leerkrachten het brede plaatje zien, dat ze willen meestappen in dit vernieuwende verhaal. Zo dagen we hen uit om het individuele – “ik en mijn vak” – te verlaten en mee te denken in een groter geheel. We zijn hierover vrij transparant bij het aanwerven van nieuwe leerkrachten: je beschikt over de sociale vaardigheden om met jongeren om te gaan, je kunt je vinden in de cultuur van de school en je onderschrijft onze visie. De rest moeten ze zelf invullen, ze mogen fouten maken. Ze krijgen 2 jaar de kans om zelf te ontdekken of ze in dit pedagogisch project passen.

 

6.      Wat zijn mogelijke hindernissen, onzekerheden bij de vernieuwing? Op welk vlak kun je ondersteuning of hulp gebruiken?

Het is niet evident om breeddenkend, multifunctioneel personeel te vinden en aan te trekken dat in dit innovatief pedagogisch project wil instappen, tegen het loon dat in het onderwijs betaald wordt. Zeker in de sector van de industriële ingenieurs niet. Deze mensen zijn hier niet altijd voor opgeleid en missen soms de affiniteit om met deze leerlingen om te gaan. Je hebt ‘trekkers’ nodig, mensen die de lijnen uitzetten, geen ‘overleggers’ maar ‘doeners’! Als je achter je bureau blijft zitten, komt niks van de grond.

Laat aan je leerlingen en leerkrachten beetje bij beetje zien dat iets werkt, dat we iets aan het realiseren zijn. Laat ze proeven, deelnemen. Zo krijg je ze mee, brengen ze nieuwe ideeën aan, ontwikkelen ze zelf projecten waarvoor ze graag de verantwoordelijkheid nemen.

Onze overheid denkt ook niet erg innovatief. Soms moet je bepaalde studierichtingen uit hun ‘klassieke perceptie’ halen. Waarom niet een ‘mechatronica’-richting opstarten die ‘mechanica’ vervangt? Zet in op productontwerp, waarbij de traditionele mechanica verruimt met nieuwe zaken zoals design, 3D-printing, enzoverder. Gelukkig beschikken we dankzij de provincie over een sterke infrastructuur en krijgen we ook de middelen en de mogelijkheden om op vernieuwing in te zetten. Anders moet je er gewoon niet aan beginnen.

 

7.      Waar zou je graag binnen 3 jaar staan, voortbouwend op wat je nu al bereikt hebt of in gang zet met deze vernieuwing?

Het technisch onderwijs krijgt soms verwijten van de industrie dat we hopeloos achterlopen. Onze scholen moeten de nieuwste tendensen kunnen volgen en met nieuw materiaal en machinepark kunnen werken. Eigenlijk moeten we soms die tendensen zelfs vóór zijn!

Wij willen bijvoorbeeld niet met smartschool werken, wel met office 365. Dààr kunnen onze leerlingen iets mee aanvangen als ze hier uitstromen, dàt is een tool die zij direct kunnen gebruiken. Dus heeft iedere leerling hier een mailadres en een pak ruimte in de cloud. Onze boodschap aan de overheid is dus: blijf investeren in het onderwijs!

Het lijstje 'plannen voor de toekomst' mag er zijn: openluchtkine, een konijnenheuvel, een volière (i.s.m. psychiatrische afdeling voor dierenverzorging), wandelpaden met rustpunten volledig toegankelijk voor rolstoelgebruikers, turn- en fitnesslessen voor leerlingen en bejaarden, een rietveld voor waterzuivering, een speelbos voor kinderen (met bijenkasten en insectennesten).

Een voorbeeld. De school denkt aan een zevende jaar gespecialiseerd in Greenkeeping – wat in Vlaanderen niet bestaat. Een bachelor-ploeg gaat een werkkoffer uitwerken rond alles wat een beperking kan zijn – bijv. autisme, bipolaire stoornissen, kleptomanie – en hoe je daar spelenderwijs mee omgaat. Met de ULB zal een project 'experimentele kreeftenkweek' worden opgezet om zo het genetisch materiaal van een bedreigde inlandse rivierkreeft te vrijwaren. Met leerlingen van het Lycée Agricole Dunkerque gaan onze leerlingen praktijkstage doen op het golfterrein van Duinkerke, – en het wederzijdse taalbad is mooi meegenomen. De school wil buurtbewoners betrekken in de dierenzorg, vooral tijdens weekends en vakantieperiodes. Enzovoort.

Externe bronnen / partners
Type locatie:

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren