Van goed buitengewoon onderwijs naar buitengewoon goed onderwijs voor iedereen

Kinderen mogen niet opgroeien in twee aparte werelden, vindt Liselotte Botterman, directeur van GO! basisschool Klimop in Lokeren. En dus zet ze de poort breed open voor alle leerlingen. Ze leren van én met elkaar. “Wat werkt in de autiklas, helpt leerlingen uit het gewone onderwijs ook.”

Kevin Faingnaert

“Dit schooljaar startten we met 131 kinderen in het buitengewoon onderwijs en 35 leerlingen in het gewoon onderwijs. Midden in het groen van de Daknamse bossen - vorig jaar sloop een klas door het gras omdat de leraar een hert spotte - biedt onze kleine, warme school al jaren onderdak aan leerlingen van het basisaanbod en type 9, de autiwerking. Vorig schooljaar opende onze ‘beleefschool’, twee klassen voor kinderen uit het gewone basisonderwijs op ons terrein. Het tussentijdse resultaat van sterk teamwerk waarbij we inclusief onderwijs uniek inkleuren, tot in de klas. Zo groeien kinderen uit het buitengewoon en gewoon onderwijs niet in twee aparte werelden op.“

Dubbele uitdaging

“3 jaar geleden start ik als directeur in De Klimop. Zonder veel kennis over de school, maar met veel ervaring in buitengewoon. In die periode trekken veel kinderen door het M-decreet uit buitengewoon naar het gewone onderwijs. Onze school kent een grotere uitstroom én iets minder instroom. En dus daalt ons leerlingenaantal.“

“Een dubbele uitdaging wacht ons. Ik erf een school met een mooie werking, maar hoe bouwen we die verder uit? En hoe krikken we het leerlingenaantal op,want dat blijft een belangrijke factor om je schoolorganisatie vorm te geven? Een stapel denkwerk. Niet alleen voor mij, zoiets doe je altijd samen met het team.”

“We zoeken samen antwoorden op vragen als: waarvoor staan we, wat is onze identiteit, waar willen wij het verschil maken voor de kinderen, waar ligt de toekomst van buitengewoon onderwijs? We kijken breder dan onze school. Onderzoeken ook hoe buitengewoon zich verhoudt tot gewoon onderwijs.” 

“Al snel denken we aan uitbreiden: een extra type van buitengewoon onderwijs op school halen. Maar onze leerlingen basisaanbod en type 9 samenzetten met nog een extra type voelt als té ingrijpend en kunstmatig. De knowhow voor een leerling van type 2 of type 4 hebben we niet in huis. Daarom besluiten we te vertrekken van wat we goed deden en daarop door te denken.” 

Droomoefening 

“Als startende directeur ben ik ontzettend benieuwd naar de dromen van mijn team. Waar staat onze school over twintig jaar? Welke elementen behouden we, wat pakken we aan? Die droomoefening past perfect in het traject rond visieontwikkeling. Bovendien leer ik zo ook alle collega’s beter kennen.”

“Over de sterktes van onze school zijn we het vaak eens. Hier kijken we naar de individuele leerling, staan we met een hart voor de leerlingen in de klas, werken we aan een sterke band tussen leerling en leraar. Ook de natuur op ons domein en de warmte van een kleine school zien we als sterktes. Fijn om zo’n lange, gedeelde lijst te zien. De werkvorm geeft mij inzicht over hoe mijn leraren naar hun school kijken. Tegelijkertijd bevestigt het hoe ik als nieuwkomer de school ervaar.”

“Daarna analyseren we de instroom van de leerlingen binnen ons type 9, kinderen die uitvallen in het gewoon onderwijs en dan bij ons aankloppen. Getekend. Toch krijgen we de meeste leerlingen snel weer op de rails. Wat maakt nu dat wij daarin slagen? Hoe ondersteunen we succesvol hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling? Ook die antwoorden sporen met de resultaten van de droomoefening.”

Kevin Faingnaert

School zonder barrières

“Alle resultaten puren we uit tot een visie, waarbij we vaststellen dat onze aanpak ook voor veel leerlingen uit het gewoon onderwijs kan werken. Ons motto wordt: ‘Van goed buitengewoon onderwijs voor enkelen naar buitengewoon goed onderwijs voor iedereen’.

“Een gedurfd plan. Sommige teamleden ontpoppen zich meteen tot ‘believers’. Die heb je nodig om te starten. Samen met de teamcoördinator en enkele leraren vormen we een beleidsteam en vertalen we het concept in een scherp plan: een volledig inclusieve school met een brede schoolpoort, waar leerlingen ongeacht hun onderwijsbehoeften of zorgnoden een plekje vinden. Een school waar de barrières tussen buitengewoon en gewoon onderwijs wegvallen. Dat lijkt misschien utopie, maar wij geloven dat het kan.”

Van boek tot beleefschool

“In diezelfde weken krijgen we het boek ‘De natuurwetten van het kind’ van de Franse Céline Alvarez in handen. Centraal daarin staan een aantal Montessori-principes die we verbonden met het DNA van onze school en onze nieuwe ambities. Werken met niveaugroepen, niet met jaarklassen en kijken naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.”

“Zo ontstaat naast onze buitengewone werking een beleefschool, voor leerlingen van tweeënhalf tot twaalf jaar uit het gewoon onderwijs. In september 2019 starten we met één klas voor kleuters en één voor leerlingen basisonderwijs, in totaal vijfendertig leerlingen. Vooral ouders met een kind in onze buitengewone werking tekenden in. Dat broers en zussen eindelijk samen school kunnen lopen, vinden ze een mooi signaal. En het heeft ook praktische voordelen: geen rush naar twee schoolpoorten voor half negen.”

Kevin Faingnaert

 “In dat eerste schooljaar bestaat de lagereschoolgroep uit leerlingen van het eerste tot het vijfde leerjaar. Dat gaat met vallen en opstaan. Lesgeven aan al die leeftijden en niveaus, dwingt de leraar tot een gigantische spreidstand. Door de uitstroom kiezen we dit schooljaar alleen voor leerlingen van het eerste tot het derde leerjaar. Eerst een goede basis bouwen bij die jongste groep om dan door te groeien naar de hogere jaren.”

Leren van de autiklas

“Leeftijdsoverstijgend werken is een bewuste keuze. De oudste leerlingen werken zelfstandig en nemen de jongsten op sleeptouw. Zo ontstaat een gezonde wisselwerking en nemen we de concurrentiestrijd weg. In een jaarklassensysteem leren alle kinderen hetzelfde en gaan ouders bijna onvermijdelijk vergelijken. In onze werking kan dat niet.

“Elk leerpad start bij haarfijn weten waar je leerling staat. Alleen dan maak je als leraar juiste keuzes. Daarom trekken we de individuele handelingsplannen uit buitengewoon door naar onze beleefschool. Leerplannen en eindtermen koppelen we aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen.“

“We vormen subgroepjes in een doorschuifsysteem van kwartiertjes, geïnspireerd op de autiwerking. De leraar geeft het ene groepje directe instructie terwijl de anderen zelfstandig werken aan een taak. Dan zie je als leraar meteen wie mee is en kan je snel bijsturen. Als je klassikaal lesgeeft aan twintig leerlingen, glippen sommige kinderen door de mazen van het net. Dan bots je pas achteraf op leerachterstand.”

“Door het principe van ‘geborgen vrijheid’, geven we verschillende graden van vrijheid aan onze leerlingen. ‘Geborgen’ betekent dat we leerlingen eerst structuur aanbieden: in tijd, ruimte én begeleiding. Daarvoor werken we met een daglijn die toont wat leerlingen wanneer kunnen verwachten. En delen we het lokaal helder in: een klas, een atelier en een buitenruimte. Onderling verbonden én evenwaardig als leerplek. Met een leraar die naast de kinderen staat, die zijn leerlingen door en door kent. Pas daarna volgt de vrijheid, in stukjes. Dat hebben kinderen nodig om stappen vooruit te blijven zetten.”

Kevin Faingnaert

Nog niet klaar met inclusie

“Dat we op onze buitengewone campus nu ook een beleefschool organiseren, betekent niet dat we er al zijn. Echt inclusief werken we nog niet. Om het project van de grond te krijgen, kozen we in het eerste schooljaar voor een gescheiden werking. Toch ontstonden er spontaan al verbindingen. Zo geeft onze leraar muzische vorming haar lessen in een samengestelde groep van kleuters uit type 9 en de gewone kleuterklas. Ontzettend schoon hoe ze samen knutselen.” 

“We voelen dat de tijd rijp is om een stap verder te gaan met inclusie. In tweerichtingsverkeer. Terwijl de beleefschool oorspronkelijk vooral principes uit het buitengewone onderwijs overnam, zien we nu ook de omgekeerde beweging. De leraar van de autiklassen stapt af van de ik-hoekjes en gaat werken met thematische hoeken rond rekenen of taal.”

“Ook de coronacrisis zorgt onverwacht voor nieuwe samenwerkingen. We organiseerden de opvang tijdens de lockdown niet gescheiden en deelden de speelplaats in zones in. Het bracht rust bij alle leerlingen. Dit trekken we dit schooljaar door. We zoeken uit hoe we leerkansen bieden tijdens de speeltijd én daarbij optimaal gebruik maken van de groene omgeving. Elke speelzone moet uitdagend zijn. Maar evengoed komen er rustige plekken waar kinderen ontsnappen aan de drukte.”

Een rijke directeur

“Op drie jaar tijd maakte onze school een transformatie door. Dankzij mijn leraren. Ik ben een rijke directeur, lach ik altijd. Niet dat ik op zakken geld zit, maar omdat mijn team zoveel capabele mensen telt. Zij maken inclusief onderwijs dag na dag waar met de kinderen én de ouders.”

“Alleen: door die grootste plannen, mis ik soms tijd om te coachen. Dat steekt, want de switch naar verregaande inclusie vraagt veel van mijn leraren. Zij hebben recht op eerlijke, frequente feedback en ondersteuning. Onderwijs maken vanuit een maatschappijvisie waarin kinderen, los van leer- of zorgnood, samen op school zitten, geeft gelukkig veel energie. Mensen zien inclusie te vaak als eenrichtingsverkeer van buitengewoon naar gewoon, maar het kan ook omgekeerd. Dat was ooit mijn kleine kinderdroom. Nu een groot en uniek teamproject.”

____________________________________________________________________________________________________

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs.

Type locatie:

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren