Ontdek onderbenutte ruimtes op school

Nieuwe klaslokalen nodig? Laat de betonmolen nog niet draaien. Dimitri Minten van architectenbureau RE-ST maakt zich sterk dat je met een scan van je school onderbenutte ruimtes detecteert. En daar ligt een vergeten puzzelstukje tegen het plaatstekort in Vlaamse scholen.

Jens Mollenvanger

Dimitri Minten: “Elke onderbenutte ruimte in oppervlakte of tijd is zwerfruimte. Onbewoonde huizen en onbeslapen slaapkamers, gehuurde maar ongebruikte kantoorgebouwen of ondergrondse parkeerplekken. In Vlaanderen leven we meer dan 30% boven onze ruimtelijke stand. We moeten dringend op ruimtelijk dieet. Door gebouwen te herbestemmen, te delen, op te ruimen en slim bij te bouwen.”

“Dat geldt dus ook voor schoolgebouwen. Refters die vrij zijn na de middag, klaslokalen of polyvalente ruimtes die na de schooluren ingenomen kunnen worden, lokalen die ooit voor 20 leerlingen berekend waren, maar waar nu een klasje van 6 zit. Allemaal voorbeelden van hoe we scholen onderbenutten.” 

“En akkoord. Soms hebben scholen effectief te weinig lokalen. Want vraag en aanbod komen niet altijd overeen: je kan vrije lokalen niet zomaar verplaatsen naar snelgroeiende wijken. Maar even vaak kampen leraren en directeurs met een hardnekkige perceptie van plaatsgebrek.”

“Dat komt omdat je onderbenutte ruimtes moeilijk kan detecteren. Om ze op te sporen, plooien we op school de oude bouwplannen open, lopen we door de school en interviewen we directeur en leraren. En we registreren hoe vaak elke ruimte benut wordt, van klaslokalen tot kelders en bijgebouwen. Daarna leggen we de datakaart voor aan directeur en leraren. Dan zien ze voor hoeveel procent ze lokalen benutten. En bekijken we hoe het beter kan. Want voor je bijbouwt, moet je je alternatieven kennen. Het duurzaamste gebouw is het gebouw dat je niet moet optrekken.”

Detecteer de onderbenutte ruimtes in jouw school

1. Trek oude deuren open

“Scholen weten soms niet meer dat er een ruimte is of waarvoor die oorspronkelijk gebruikt werd. Zoals een school in Antwerpen die haar turnzalen wilde perfectioneren, overdag voor haar leerlingen én ’s avonds voor sportclubs. Achter een deur waar zelfs de
poetsvrouw niet meer kwam, ontdekten we een oude sacristie. Dat er een ruimte ontbrak, zag ik op de plannen. En in een andere school – op zoek naar een refter – vonden we achter de lage plafonds van een groot klaslokaal hoge gewelven. Met dat aanpassingen een ideale kans voor een refter omdat het lawaai plots wel weg kan. Scholen leven. Directeurs volgen elkaar op, en dan verdwijnt het ruimtelijke geheugen van een school.”  

2. Zoek lege klaslokalen (en deel alles)

“Een tso-school wilde 3000 vierkante meter extra bijbouwen. Een hoge nood aan klaslokalen. Maar na scans bleek dat dinsdagnamiddag een hele vleugel klaslokalen rood kleurde. Totaal onderbenut. Toen we dat inzicht met de directeur bespraken, bleek dat verschillende leraren hun eigen lokaal geclaimd hadden. De collega van wiskunde was niet welkom in het aardrijkskundelokaal. En af en toe uitwijken naar een ander lokaal zagen ze ook niet zitten.” 

“Moeilijk om die verworven rechten terug te draaien voor een directeur die nog maar 2 jaar aan het roer staat. Maar als architect scherm je met objectieve meetresultaten. Op vraag van de directeur bracht ik de boodschap dat lokalen delen duurzamer is. Misschien was dat 30 jaar geleden niet nodig, maar in 2018 wel.”

3. Haal lokalen uit hun mentale verval

“Het Klein Seminarie in Hoogstraten heeft een voorhuis met chambrettes – ooit sliepen daar 400 leerlingen. De school zag er in al die kleine kamers geen kans voor klassen. Daardoor raakte de ruimte in mentaal en fysiek verval. Toch bouwen we ze om tot
moderne klaslokalen. De roep om een nieuwe ingang pareerden we door ze opnieuw te leren kijken naar hun mooie, monumentale hal. Niemand zag die nog omdat iedereen via de achterkant de school binnenliep. Met wat ingrepen – extra licht, hellend vlak – wordt de hal opnieuw functioneel. De onderbenutte kelder kon helaas geen fietsenstalling worden, daarvoor is de vrije ruimte onder het plafond net te laag. Maar misschien lukt dat in andere scholen wel?“

4. Kijk verder dan de kernfunctie

“Lessen kunnen op veel verschillende locaties doorgaan. Denk aan de buitenklassen, aan zelfstandig werk of groepswerk in refters, gangen of lerarenkamers. In het Klein Seminarie van Hoogstraten staat een kapel die alleen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen gebruikt werd. Opties genoeg om die actiever te gebruiken. Evenveel twijfels bij de directeur. Mag dat van het bisdom en Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen? Zien leraren het wel zitten om kerkbanken te verschuiven voor een les? Een testweek moest dat opklaren. Iedereen kon de kapel boeken voor lessen en middagactiviteiten. Ze werd platgelopen: actieve lessen, groepswerk, modeshow, pianoconcert, capoeira-sessies en damwedstrijden op de zwart-witte vloertegels. Vandaag zitten leraren en leerlingen er dus veel vaker.”

5. Breng de buurt naar de school

“Steeds meer scholen openen hun deuren voor sportclubs of verenigingen. Maar dat kan nog veel beter. Waarom kan een vereniging niet wekelijks vergaderen op vrijdagmiddag in het klaslokaal van de juf die met haar kinderen gaat zwemmen? Of speelplaatsen transformeren tot weekendparken voor buurtbewoners en jeugdbewegingen? En de klaslokalen op woensdagmiddag openstellen voor de muziekschool, de sportzaal op vrijdagavond voor de volleybalclub. Via een app zou je vrije ruimten op school én in de buurt kunnen verzamelen en boeken.”

“Ruimtes delen verhoogt de kans op brand, vandalisme of diefstal. Of op een alarm dat afgaat wanneer de sportclub de deuren vergeet te sluiten. Niet fijn, natuurlijk. Maar dat er nog altijd scholen zijn die hun nieuwe turnzaal bewust net te klein maken zodat ze niet voldoet aan de officiële afmetingen voor een sportwedstrijd, is pijnlijk.”

6. Breng de school naar de buurt

“De PXL-Hogeschool in Hasselt sluit als experiment elk jaar een dag de deuren. Elke docent, elke klas vindt een klaslokaal in de stad. Er is ook de rusthuisklas: een leraar die met zijn klas inwoont in het rusthuis. En steeds meer leerlingen leren in bedrijven. In
Londen ging een architect nog een stap verder. Toen hij de opdracht kreeg om een nieuwe school te bouwen, registreerde hij eerst welke gebouwen onderbenut waren in de buurt. De kerk, de sporthal, leegstaande huizen, het dorpsplein. Al die plekken samen
konden perfect het programma van de school dragen. We hebben dus al een overschot aan ruimte voor onderwijs.”

“Interessante denkoefening: heeft een school wel een specifiek schoolgebouw nodig? Onderwijs op verplaatsing maakt je flexibeler. Minder leerlingen? Dan stoot je ruimtes af. Meer leerlingen? Dan huur je lokalen bij. Natuurlijk zijn er praktische bezwaren. Je wil je leerlingen graag samenbrengen op 1 locatie, je hebt minder controle en moet met 6 verschillende eigenaars onderhandelen.”

7. Bouw generiek

“Voor je bijbouwt, moet je je alternatieven kennen. En als we toch nieuwe scholen toevoegen, moeten we ze in de toekomst met kleine ingrepen kunnen herbestemmen tot zorgcentra, hotels, kantoren of woningen. De toekomst van onderwijs en schoolgebouwen kan geen architect of directeur perfect inschatten. Leren leerlingen over 10 jaar vanuit hun zetel of op werkplekken? Dan riskeren we dat recent gebouwde scholen zwerfruimte worden als we ze niet kunnen herbestemmen.”

Jens Mollenvanger

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs. 

Type locatie:

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren