De leraar van de toekomst geeft ‘goesting’ om te leren

Hij vindt zichzelf in de eerste plaats leraar. Maar Koen Timmers doet zoveel meer. Het leverde hem in 2017 en 2018 een finaleplaats op in de Global Teacher Prize, een internationale ranking voor leraren die uitzonderlijke bijdragen leveren aan het beroep.  “Ik wil jongeren wereldwijd met elkaar verbinden rond thema’s die hen bezig houden. Dankzij technologie kan dat steeds makkelijker.”

Koen Timmers is lector technologie in de lerarenopleiding lager onderwijs van de PXL-hogeschool, geeft webdesign en coördineert het afstandsonderwijs in CVO De Verdieping, is auteur en beheert zijn eigen platform met ICT-cursussen. Hij zet wereldwijd met andere leraren projecten op poten rond de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties en bouwt virtueel en fysiek aan scholen op afgelegen plekken om er kwalitatief onderwijs aan te bieden.

Boumediene Belbachir

Van een passie voor het beroep gesproken

“Ik doe veel, dat klopt. Maar ik ben in de eerste plaats leraar. Mijn invulling daarvan is wel breder dan het ‘klassieke’ beeld: de leraar die alles weet, waarbij leerlingen de leerstof ondergaan. Dat kan niet meer. De wereld verandert zo snel, soms moet je dingen samen uitzoeken in de klas. Al is samenwerkend leren niet altijd inzetbaar. Je leert kinderen de letter ‘k’ niet schrijven door ze dat in een groepje van elkaar te laten leren. Dan heb je sturing en context van de leraar nodig. Maar directe instructie is niet altijd de beste manier om te leren, voor bepaalde leerstof is sociale interactie net de beste aanpak. De leraar is een ‘pedagogisch ingenieur’ die beoordeelt wat de beste manier is om in een specifieke situatie te leren. Het is dus geen of-ofverhaal: alléén problem based-leren of alléén kennisverwerving. Jammer dat die nuance soms zoek is in het onderwijsdebat. Kennis is nodig, maar leerlingen moeten ook andere skills ontwikkelen in 2020.”

“De leraar is een pedagogisch ingenieur die beoordeelt wat de beste manier is om in een specifieke situatie te leren.” – Koen Timmers

Om welke skills gaat het dan?

“De wereld heeft nood aan mensen die complexe problemen oplossen, kritisch denken, creatief  en flexibel zijn, samenwerken … Technologie evolueert zo snel, machines gaan heel wat routinetaken van mensen overnemen. Dat doen ze nu al. In een callcenter kan je geholpen worden door een virtueel persoon die amper van een mens te onderscheiden is. Zelfrijdende auto’s zullen op termijn de doodsteek zijn voor buschauffeurs. Bepaalde jobs zullen verdwijnen, er komen andere in de plaats. En die vragen andere skills. Creativiteit wordt bijvoorbeeld steeds belangrijker om je als mens nog te kunnen onderscheiden van artificiële intelligentie. Hetzelfde geldt voor empathie, daar staan robots nog nergens in. En kritisch denken is nu al superbelangrijk in de strijd tegen fake news dat jongeren én volwassenen overspoelt op social media..”

Boumediene Belbachir

Zijn leraren klaar om op die vaardigheden in te zetten?

“Dat kan eenvoudig. Wat kritisch denken betreft: vraag aan je leerlingen telkens ‘wat zijn je bronnen?’ als ze met een bepaald gegeven komen. Dat is een basisprincipe, daar kom je al heel ver mee. De mindset bij leraren moet vooral veranderen, je moet niet per se op bijscholing.”

“Leerlingen hier in een klimaatproject online zien samenwerken met jongeren in Sierra Leone, waar een modderstroom bijna een dorp verwoestte. Dat is mijn manier om te vechten tegen polarisatie.”

Jij gebruikt technologie om die skills te ontwikkelen?

“Ja, om mijn klas uit te geraken, om mijn projecten wereldwijd op te zetten. Ik zou niet zonder kunnen. Maar technologie is nooit het doel op zich. Het ondersteunt wat ik pedagogisch-didactisch wil bereiken. Ik wil jongeren wereldwijd met elkaar verbinden rond thema’s die hen bezig houden: klimaat, vluchtelingen, armoede … Als je internet hebt en een computer ligt de wereld aan je voeten. De tijdzones kunnen wat lastig zijn. En je moet de drempel over om in het Engels met elkaar te communiceren. Maar jongeren hier in een klimaatproject online zien samenwerken met jongeren in Sierra Leone, waar een modderstroom bijna een dorp verwoestte, dat maakt indruk, hoor. Het is plots geen ver-van-hun-bed-show meer. Daar steken ze iets van op én het zet aan om samen naar oplossingen te zoeken. Die jongeren nodigen zelfs hun ouders op school uit om te kijken wat ze thuis kunnen doen. Dat bereik je niet met een invulleerboek. Hetzelfde geldt voor projecten op afgelegen plekken, in een vluchtelingenkamp zelfs. Het is mijn manier om te vechten tegen polarisatie. Gelukkig zijn er organisaties en bedrijven die dat mogelijk maken.”

“Menselijk contact blijft waardevol. Face to face praten met iemand is anders dan via technologie.”

Neemt technologie de rol van leraar op termijn over?

“Een robot zal leraren nooit vervangen. Zelfs niet als we zien welke vooruitgang we in 50 jaar tijd gemaakt hebben. Ik heb met mijn brein al een drone bestuurd, zonder iets te zeggen. En het kost amper 250 dollar. Maar ik hoop dat we menselijk contact nog steeds waardevol gaan vinden. Face to face praten met iemand is anders dan via technologie. Ik zou het missen. En het kan ontsporen. In China is er al een helm die kan zien of een student actief denkt of ‘offline’ is, met de emoties erbij. Die data worden door de leraar bekeken. Is dat wenselijk?“

Wat is voor jou dé leraar van de toekomst?

“Een leraar die ‘goesting’ geeft om te leren. We zullen levenslang moeten leren. En ik ervaar dat de nadruk op memoriseren leerlingen demotiveert. Durf dat af en toe los te laten. In een klimaatproject geef ik niet eerst een hoop definities die leerlingen vanbuiten moeten leren. Ik snap dat je daar als beginnende leraar intuimelt. Je ‘moet’ punten hebben voor het rapport, de tijd is beperkt en de lesdoelen moeten worden gehaald. Sommige leraren blijven daarin hangen, ze weten niet hoe het anders kan. Ik zie daar een belangrijke rol voor directies: zij moeten kruisbestuiving faciliteren, leraren stimuleren bij elkaar gaan kijken. Dat is laagdrempelig en kost niet veel. Die 10 à 20% leraren die nu al experimenteren, laat die anderen inspireren.

De leraar van de toekomst staat ook open voor technologie en ziet er de voordelen van. En hij durft aan de leerlingen vragen wat ze van je lessen vinden: is de cursus duidelijk? Kunnen ze met een technologische tool werken? Wat missen ze? Het is je kwetsbaar durven opstellen, daar leer je ontzettend veel uit.”

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren