In 5 stappen naar een succesvol ICT-beleid in de basisschool

“Neem je tijd en ga beredeneerd te werk.” Dat is de ultieme tip van directeur Kristof van VBS Scheldewindeke om in het basisonderwijs je ICT-beleid vorm te geven. Hoe een kleine school dat doet mét maximumfactuur en zónder voltijdse ICT-coördinator? Kristof giet het verhaal van hun voorbereiding in het stappenplan van Kenniscentrum Digisprong.

Eva Vlonk

Stap 1: Bepaal de beginsituatie

Kristof De Ridder: “We sleutelen al lang aan ons ICT-beleid. In 2014 was onze eerste grote aankoop van tablets geen succes, gewoon vanwege de kwaliteit ervan. Maar ook: we hadden de beginsituatie niet genoeg in kaart gebracht. Dat was anders in 2016, toen we de collega’s wél uitvoerig bevroegen. Welke digitale middelen gebruiken jullie nu al? Hoe zou je ICT implementeren om je lessen nóg beter te maken? We stelden vragen over alles wat met media te maken had: audio, video, apps … Gelukkig hoef je ondertussen die vragenlijsten niet meer zelf op te stellen. Er bestaan heel wat reflectietools.”

Stap 2: Stippel een ICT-beleid uit

Kristof De Ridder: “ Het Bring Your Own Device- principe (BYOD), hebben wij nooit overwogen. In eerste instantie omdat dat niet strookt met onze visie. Daarin staat dat immers elke leerling gelijke toegang tot leermogelijkheden moet hebben, en je kan er niet vanuit gaan dat elke leerling een eigen toestel heeft. Ook door de maximumfactuur en de beperkte technische omkadering is BYOD eigenlijk niet haalbaar in het basisonderwijs. Daarom kozen wij bewust voor één platform van tablets, in ons geval iPads (inclusief Mobile Device Management, services ...).”

“De spil van ons beleid is het werkteam: 4 leraren, onze ICT-coördinator en ikzelf. De leraren komen zowel uit kleuter- en lagere school. Zij zijn nog belangrijker voor de ICT-werking dan in een secundaire school, lijkt me. Want wij kunnen maar 10 uur per week een beroep doen op onze ICT-coördinator. Al zijn we daar al blij mee, want vóór Digisprong waren het er maar 5.”

“Onze ICT-coördinator koppelen we grotendeels los van de technische kwesties door hem te laten ondersteunen door een externe firma. Een ‘hotline’ neemt die taak van hem over – maar we leerden intussen met z’n allen van die hulplijn ook wel al veel bij. Hij kan zich focussen op het ICT-vaardig maken van de collega’s en de integratie van de tablets in de lessen. Hij fungeert als teamteacher zodat de klasleraren zelf ook verder groeien.”

“Het werkteam verzamelt zo veel mogelijk informatie om mee aan de slag te gaan. Ze gaan naar nascholingen, volgen inspiratiemomenten van IT-aanbieders en kijken over het muurtje bij andere scholen. Op het niveau van onze scholengemeenschap is er intussen ook een werkgroep waar we good practices delen.”

Eva Vlonk

Stap 3: Zorg voor een performant (wifi-)netwerk

Kristof De Ridder: “Gelukkig hebben we een vooruitziend schoolbestuur. Al sinds 2011 hebben we in elke klas wifi-aansluiting. Ondertussen kochten we ook stap per stap tablets aan. We hebben er nu 65, voor een totaal van 330 leerlingen. Ook elke leraar heeft een eigen tablet. Om in één klas vlot met pakweg 30 toestellen te werken, bleek de wifi niet krachtig genoeg. Met het budget van Digisprong hebben we dat in orde laten brengen.”

“Het vraagt veel kennis én tijd om een ICT-netwerk te onderhouden. En net die 2 heb je vaak niet in het basisonderwijs. Daarom vind ik het zo belangrijk dat je kan samenwerken met een firma die je kan vertrouwen. Dan bedoel ik niet alleen kunnen rekenen op een ‘hotline’ die altijd bereikbaar is voor technische hulpvragen, wat op zich al veel rust geeft. Maar ook eentje die meedenkt: onze leverancier hielp ons van bij de start om de juiste – en niet per se de duurste – keuzes te maken. Ze adviseerden bijvoorbeeld om zelf opleidingen te volgen.” 

Stap 4: Bereid je collega’s voor

Kristof De Ridder: “Uit de teambevraging leerden we dat niet iedereen klaar was om op de digitale trein te springen. Dat is ook normaal: als je je hele carrière gewend bent om met een krijtje op het bord te schrijven, is het een heel grote stap om plots met digitale borden en tablets te werken. Daarom kreeg iedereen eerst een tablet mee naar huis, collega’s kregen zelfs de hele zomer om er vertrouwd mee te geraken. Maar ook vandaag blijven we rekening houden met ieders comfort zone. Ziet er iemand een belangrijk digitaal lesuur écht niet zitten? Dan wisselen leraren af en toe van klas.”

“We hebben verschillende werkgroepen die op onze maandelijkse personeelsvergadering tonen waarmee ze bezig zijn. De werkgroep media is daar één van. Zij brengen nieuwe applicaties, good practices of apparaten aan via een duidelijk stappenplan. We integreren die nieuwigheid ook meteen ín de personeelsvergadering. En we geven ook telkens als opdracht mee om er zelf een lesonderdeel mee uit te werken. Anders loop je het risico dat ze die nieuwe tool links laten liggen.”

“We stimuleren ook nascholingen bij álle collega’s. Een paar jaar geleden vroegen de leraren lichamelijke opvoeding om de wifi tot in de turnzaal door te trekken. Tijdens een nascholing hadden ze geleerd hoe je media beter integreert in je lessen. Ik had er niet bij stilgestaan dat digitale middelen ook belangrijk zijn voor de L.O.-les. Maar we hebben dat zo snel mogelijk in orde gebracht. Als je nascholing stimuleert, moet je leraren ook de kans geven de opgedane kennis en inspiratie toe te passen.”

Eva Vlonk

Stap 5: Koop toestellen aan

Kristof De Ridder: “Toestellen kopen mag écht pas de laatste stap zijn. Denk eerst goed na over welke doelen je wil bereiken met je ICT-beleid. Wij werken bijvoorbeeld hard aan de leerlijn ‘computationeel denken’, een thema dat deel uitmaakt van het leerplan wiskunde. Van de kleuterklas tot het tweede leerjaar werken we unplugged aan die leerlijn. We leren hoe je problemen in stukjes verdeelt en dan de oplossing stap per stap afwerkt. Bijvoorbeeld: hoe kleed je je ’s morgens aan? Hoe geraak je via een kaart op je bestemming? Vanaf het tweede leerjaar zetten we ook de tablets in. Via codingprogramma’s als Swift Playgrounds zetten we dan verdere, digitale stappen in dezelfde leerlijn.”

“Koop je toestellen ook nooit overhaast aan. Voor onze digitale borden probeerden we tegelijk 5 toestellen van verschillende leveranciers gedurende een maand uit. Via een doorschuifsysteem kreeg elke leraar de kans om ermee te werken en konden we vergelijken. Daarna hebben we ieders ervaring bij elkaar gelegd en kwamen we tot een gedragen keuze.”

“Als je je toestellen hebt aangekocht, werk je je ICT-beleid verder uit. Waar en hoe ga je die toestellen opslaan? Bij ons heeft iedere tablet een beschermhoes. Ze worden per 5 in een aparte box weggeborgen. Van de 65 toestellen die we aankochten, heeft er nog maar eentje het begeven én dat werd meteen netjes vervangen door de firma. Doordat ze langer meegaan dan voorzien in de meerjarenplanning, kunnen we ons arsenaal uitbreiden én zelfs een deel van het voorziene ICT-budget inzetten op extra nascholingen.”

“Andere vragen waarover het best nadenkt: waar sla je je digitale inhoud op? Welke apps installeer je en welke vind je overbodig? Bij ons hebben de toestellen verschillende profielen naargelang het jaar waarin we ze gebruiken. En nog een tip: werk met een online reservatiesysteem, zodat je je toestellen optimaal gebruikt, iedereen altijd weet waar elk toestel zich bevindt, leraren leren om vooruit te plannen én je kan bijschakelen als de vraag groter wordt dan het aanbod.”

 

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs.

Het actieplan Digisprong wordt gefinancierd door het herstelplan NextGenerationEU van de Europese Unie.

Type locatie:

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren