5 misvattingen over digitalisering in de kleuterklas

Al in de kleuterklas starten met ICT-vaardigheden, waarom is dat nodig? En hoe zet je technologie daar zinvol in, zodat kleuters ook echt leren? Hanne Rosius en Jochen Didden (PXL-Education) buigen zich over 5 vaak gehoorde misvattingen. “Gooi die virtuele dobbelsteen maar meteen overboord.”   

1. “Kleuters zitten thuis al genoeg op hun schermpjes”

Hanne Rosius, lerarenopleider: “In swipen en scrollen zijn kleuters zeer behendig, daarvoor heb je de kleuterklas inderdaad niet nodig. Maar er zijn 21e- eeuwse vaardigheden die meestal niet aan bod komen in de thuiscontext en die je kleuters op school kan bijbrengen door technologie op de juiste manier in te zetten. Denk maar aan samenwerkend leren, zorgzaam zijn voor materiaal,  gesprekstechnieken aanscherpen, leren doorzetten, nadenken over uitdagende problemen …  Om dat te bereiken, is het belangrijk dat je kiest voor actieve apps, die hen voor een uitdaging stellen en waarmee ze zelf al mediamateriaal creëren.”

“Een voorbeeld van zo’n app is de portfolio-app XPO 2.5. Daarmee registreer je als leraar beter én breder de groei en talenten van je kleuters. De app is aangepast aan kleuterhandjes en ontdaan van onnodige extra’s waardoor kleuters snel zelf een foto of filmpje kunnen opnemen in hun portfolio. Veel leraren werken bijvoorbeeld met de ‘tekening van de maand’ waarbij de evolutie van de tekenvaardigheid van een kleuter maandelijks geëvalueerd wordt. Door gebruik te maken van zo’n digitaal portfolio, kan je talenten en vaardigheden zichtbaar maken en bijhouden die anders vluchtig of zelfs ongezien blijven: een kind dat na het tekenen mooi opruimt, goed volhoudt, een fantasierijk verhaal vertelt over zijn tekening, fijn samenwerkt ...”

“De kracht van zo’n portfolio staat of valt natuurlijk met wat je er in de klas mee doet. Enkel vaardigheden registreren met de app levert niet veel meerwaarde. Er achteraf mee aan de slag gaan in de klas met gepaste gesprekstechnieken zorgt dat de growth mindset bij kleuters aangesproken wordt. Laat de kleuter vertellen waarom hij een bepaald filmpje uit zijn portfolio graag een hartje geeft. Waar is hij fier op? Deze fase is cruciaal wanneer je de stap naar digitalisering zet. De kleuter leert reflecteren, wordt gestimuleerd om zichzelf aan de wereld te tonen en is bovendien erg talig bezig.”

Jochen Didden, lerarenopleider en medewerker Centrum Digitaal Leren PXL: “Doordat je kleuters zélf eigenaarschap geeft bij het vastleggen van hun talenten, schep je meteen ook de voorloper van ‘digitaal mediamateriaal creëren’. Daar kan je het best zo jong mogelijk mee starten. Je raakt een vaardigheid aan die we van jonge kinderen verwachten wanneer ze actief en bewust deelnemen aan de samenleving. Ze leren presenteren, naar elkaar luisteren, hun spreekvaardigheid verhogen. Je zet ze sterk talig aan het werk én wijkt af van het lukraak klikken op een digitaal apparaat zoals buiten de schoolmuren wel vaker gebeurt.”

“Praten over elkaars filmpjes is het ideale moment om kleuters al mediawijs te maken. Ze kunnen op hun niveau al liken en hartjes geven. Bespreek met hen waarom ze dat doen en wat ze kunnen doen wanneer ze iets niet leuk vinden. Je wapent hen op die manier al voor valkuilen in de toekomst.”

Katoo Peeters

Hanne Rosius en Jochen Didden: “Kies voor actieve apps die kleuters uitdagen en hen laten werken met content”

2. “Met een leuke app kan je meteen aan de slag”

Hanne Rosius:  “ICT in de klas binnenbrengen, begint altijd met de vraag: wat is de meerwaarde van de technologie? De tablet om de tablet gebruiken of de app om de app, brengt de kleuter niets bij. Het is belangrijk dat je vertrekt vanuit een sterke visie, een waarom-vraag. Terwijl je die visie uitwerkt, denk je nog niet aan de technologische mogelijkheden. Die komen pas in een latere fase aan bod én enkel als ICT een meerwaarde is.”

“Je wil bijvoorbeeld dat de kleuters gericht naar een verhaal luisteren. Dat kan je bereiken door voor, tijdens of na het lezen verdiepende vragen te stellen over de tekst. Maar wanneer je wil dat de kleuters ook inzicht krijgen in de sfeerscheppende ruimte van een verhaal, dat ze creatief aan de slag gaan met de inhoud, kan het interessant zijn om technologie te gebruiken. Je kan kleuters via een soundboard-app geluiden laten toevoegen aan het verhaal: een personage stapt van de trap – bam bam bam, de wind waait, een deur kraakt … Lees het verhaal op het einde van de dag opnieuw voor, laat de kleuters nu zelf op de knopjes van het soundboard duwen. Hun verhaal komt tot leven en krijgt meer diepgang. De kleuter is talig bezig en stapt door middel van technologie de werkelijkheid in. Met andere woorden: technologie versterkt de wereld, maar vervangt die nooit.”

“Toegegeven, de tijd in de klas is soms beperkt en dan is het makkelijker om te grijpen naar vlot swipende apps. Maar als een app enkel ‘leuk’ is of de kleuters vooral ‘bezighoudt’, gooi hem dan meteen overboord. Virtueel met een dobbelsteen gooien bijvoorbeeld is te vermijden. Met een echte dobbelsteen gooien vergt veel meer motorische vaardigheden.”

Duurzaam digitaal aan de slag gaan geniet de voorkeur, al kost dat meer tijd. Daar is een rol weggelegd voor de pedagogische ICT-coördinator. Sommige scholen zetten zelfs in op een extra kleuterleraar die tijd krijgt om te werken rond ICT-vaardigheden. ”

Katoo Peeters

Hanne Rosius, lerarenopleider: “Breng diepgang in de voorleesverhalen door kleuters via een app geluiden te laten toevoegen”

3. “Ouders geven thuis vaak het slechte voorbeeld”

Jochen Didden: “De schermtijd thuis, zowel die van ouders als kinderen, is inderdaad vaak van heel passieve aard. Dat is op zich niet verkeerd, maar het best ondergeschikt aan actief kijken, creëren en spelen. Precies daarom kan de school ouders beter ondersteunen om hun kind ICT-vaardig te maken. Ze zijn in het verhaal van digitalisering een belangrijke partner.

“Stel dat je in de klas een programmeer-app als Scratch Junior gebruikt, dan kunnen kleuters de deelvaardigheden thuis verder inoefenen, zo spaar je meteen ook tijd uit in de klas. Maar laat ze daarbij niet aan hun lot over. Geef ouders een stappenplan mee zodat ook zij weten hoe de app te gebruiken. Ze krijgen meteen ook zicht op de manier waarop jij technologie op een zinvolle, actieve en leerrijke manier inzet.”

“Wanneer je bij de start van het schooljaar ouders naar de klas haalt om te luisteren naar de aanpak van de nieuwe leraar, is het ideale moment om hen jouw digitale materiaal te tonen. Maak ze wegwijs en laat ze zelf maar eens doen wat hun kleuter straks moet uitvoeren. Op die manier kan je de ongelijkheid op de digitale snelweg ook verkleinen.” 

Katoo Peeters

Jochen Didden, lerarenopleider en medewerker Centrum Digitaal Leren PXL: “Kleuters kunnen ICT-vaardigheden thuis verder inoefenen. Betrek ouders met een stappenplan.”

4. “Technologie is mijn ding niet”

Jochen Didden: “Het zaadje van computationeel denken en duurzame verankering van ICT planten we het best al heel vroeg in bij de leraar van de toekomst. Vroeger besteedde de lerarenopleiding daar niet zoveel aandacht aan. Je kan dus niet verwachten dat elke leraar plots de competenties heeft om in te zetten op actieve schermtijd. Gelukkig is dat de laatste jaren veranderd. We zetten in op duurzaam ICT-gebruik en leiden studenten op om in het klaslokaal de ICT-competenties in te zetten en de kleuterleraar te versterken in zijn noden.”

“Ook van de huidige generatie zullen er leraren moeten bijbenen. Elke leraar moet zich veilig voelen in zijn digitale vaardigheden om iets zinvols te bereiken in de klas. Als dat niet zo is, dan geeft hij er, terecht, de brui aan. Gun iedereen dus tijd om zijn weg te zoeken.”

Hanne Rosius:  “Ook hier speelt de ICT-coördinator een rol. Het liefst is dat iemand met ook een pedagogische achtergrond. Evenzeer kunnen leraren elkaar op weg helpen of nascholing volgen, met elkaar good practices delen. Let op met navormingen die zich toespitsen op één specifieke app: deze vormingen kunnen interessant zijn om te prikkelen en de mogelijkheden te demonstreren aan de leraar, maar ze moeten afgewogen worden op hun meerwaarde en inzetbaarheid. Apps kies je vanuit een achterliggende visie en niet vanuit hun flitsende karakter of hype in de maatschappij.”

Katoo Peeters

“Let op met navormingen die zich toespitsen op één specifieke app: zorg dat die ingebed zijn in een ICT-visie.”

5. “Zonder uitgebreide infrastructuur lukt het niet”

Jochen Didden: “Wanneer de infrastructuur niet op punt staat, kan je niet vlot aan de slag met technologie, dat spreekt voor zich. Zorg dat het materiaal dat je aanbiedt degelijk is, dat de wifi werkt, dat er hoezen voorhanden zijn die de tablets beschermen ...”

“Maar zie het ook niet te groot. Er kruipen soms enorme budgetten in de infrastructuur, maar even goed kunnen afgedankte smartphones van ouders, waarop de apps verwijderd zijn, dienen om de kleuters in de klas vaardigheden bij te brengen. Laat hen daarmee een exploratietocht door de school maken. Kleuters scannen onderweg QR-codes en voeren de achterliggende opdrachten uit: neem een rood blokje, doe een dansje … Ze leren zo hoe ze de smartphone of tablet moeten vasthouden en hoe ze de QR-code in het frame kunnen krijgen. Breng wat je doet in de echte wereld.”

“De Digisprong zal de infrastructuur in veel scholen wellicht een boost geven. Er komt geld vrij om te investeren in degelijk materiaal. Op die manier zullen veel scholen eindelijk op digitale koers zitten. Maar er loeren ook gevaren om de hoek. De kans bestaat dat het geld gespendeerd wordt aan materiaal waar geen nood aan is. Bereid je dus goed voor, ga niet shoppen tussen allerlei apps die niet duurzaam zijn en ga na wat werkt voor jouw schoolcontext.”

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs.

 

 

Doelgroep(en):

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren