“Mijn wens? Een vak waarin we gewoon kunnen praten.”

Emily en Mauro, leerlingen en vrijwilligers bij VSK

Leerlingen Emily en Mauro vertellen over hun ervaringen met afstandsonderwijs. 

Mauro zit in het vierde middelbaar op het Sint-Pieterscollege in Leuven. Afstandsonderwijs wordt er in deze periode gecombineerd met online lessen. Een week online les, een week op school, met een wissel op woensdag. Een maximum van drie dagen achter elkaar op school dus. Ook bij Emily is het zo. Ze zit in haar laatste jaar op het Sint-Berchmanscollege in Brussel. 

Afstandsonderwijs geeft autonomie en rust

Mauro: “Het allergrootste voordeel is die autonomie. Zelf je planning maken, kiezen wanneer je eet, wanneer je opstaat en wanneer je aan taken werkt. Je doet het allemaal op je eigen tempo. 

Emily: “Met het hoger onderwijs vanaf september in mijn achterhoofd, is dit systeem wel al een mooie voorbereiding. Al zijn er zeker ook nadelen. Vooral de interactie valt online bijna volledig weg. Wanneer leerkrachten online een vraag stellen, durft bijna niemand te antwoorden.” 

Mauro: “Dat is ook wat ik het hardste mis. Het contact met de leerkracht valt volledig weg, en da’s normaal iets dat school ook leuker maakt. School is nu ook het enige in ons leven en daardoor valt de motivatie soms wat weg. Maar dat heeft toch vooral te maken met de hele corona-situatie en wil zeker niet zeggen dat we na deze periode weer hele dagen op de schoolbanken willen zitten, integendeel. Ikzelf zou niet meer voltijds naar school kunnen gaan, denk ik.”

Emily: “Waarom niet nadenken om afstandsleren structureel in te bedden in het onderwijs? Zo kan woensdag bijvoorbeeld een ideale dag zijn om thuis te leren en moet je dan niet voor slechts vier uren naar school. Of een andere dag: af en toe thuis leren geeft me rust.”

Advies op basis van bevraging

Mauro en Emily zijn bestuurslid en  vrijwilliger bij VSK waar ze onder andere werken rond afstandsleren. In september hield VSK een bevraging. Daaruit bleek dat 75% van de scholieren in de derde graad aangaf dat ze, toen ze in september opnieuw voltijds naar school ging, de vrijheid van het afstandsonderwijs miste. Over alle leeftijden bekeken, was dat 63%. Naar aanleiding van die resultaten bezocht VSK vier scholen die in september met beperkt afstandsonderwijs verder gingen. Het perspectief van de leerlingen van de bezochte scholen werd samen met de resultaten van de bevragingen gebundeld in een advies rond blended leren, waarmee VSK scholen wil helpen om het beter te doen  

Mauro: “Check als leerkracht hoe het gaat met je leerlingen. Vaak zitten leerkrachten in een rush, ‘want we zitten al achter’. Terwijl we niet uit het oog mogen verliezen dat het niet met iedereen even goed gaat. Een klasgesprek zou goed zijn: praat over corona en de maatregelen, behandel zorgen en frustraties. Dat mag ook in een ludieke vorm zijn. Een quiz die aansluit bij de les bijvoorbeeld, of een informele babbel tijdens de lunchpauze met een spelletje.” 

Emily: “Mijn grootste wens is een vak waarbij je kan praten. Waarin je gewoon eens kan zeggen hoe het met je gaat. Zoals godsdienst bijvoorbeeld, dat hebben we nu twee uren per week. Waarom kunnen we van die twee uren niet één uur gebruiken om te praten, in plaats van de Bijbel te bediscussiëren? Vooral de jongere jaren worden hierbij vaak vergeten, alsof zij geen gevoelens of meningen hebben. Het zou ook meteen een plek kunnen zijn waar nieuwe maatregelen rond corona besproken kunnen worden. Want die maatregel zoals de klasbubbels bijvoorbeeld, is niet voor iedereen evident.”

Varieer en overdrijf niet

De leerlingen die voor het advies van VSK gehoord werden, vragen vooral om tijdens het afstandsonderwijs zelf over hun tijd te kunnen beslissen. Afstandsonderwijs zonder verhoogde autonomie heeft geen zin voor de leerlingen. Leerlingen waarderen autonomie. Zij vragen aan de school om hen de nodige competenties te leren die daarvoor nodig zijn. 

Daarnaast geven ze aan dat ze om te leren, extra nood hebben aan variatie in werkvormen en opdrachten, interactie met leerkrachten en leerlingen en vooral aan feedback van leerkrachten. Daarvoor zijn er goede afspraken nodig over de haalbaarheid en de tijdsindeling van de dag afstandsonderwijs (voor leerlingen en leerkrachten).

Emily: “Probeer niet te veel in één les te stoppen. We weten dat er een zekere leerachterstand is, maar probeer die niet in te halen. Zorg er vooral voor dat iedereen mee is. Praat ook met de andere leerkrachten. Kijk hoeveel live-lessen je leerlingen nu al hebben en zorg dat er wordt afgewisseld tussen de werkvormen. Vier livelessen op één dag is meer dan genoeg. Voorzie ook tijd tussen de online lessen om even naar het toilet te gaan om even iets te drinken.”

Mauro: “Overdrijf niet met je leerstof. Het lukt niet om alles wat je in een echte les ziet, online te behandelen. Geef daar bovenop ook niet nog extra huiswerk. Met een online les van al 50 minuten en daar bovenop nog eens huiswerk, worden dagen nodeloos lang. Vraag ook feedback aan je leerlingen: wat vinden ze ervan? Wat werkt er en wat niet? En stuur jezelf bij.” 

Emily: “Die balans tussen werkvormen is erg belangrijk. Zorg voor afwisseling, zodat je niet altijd hetzelfde doet, hetzelfde soort taken of lessen geeft, dat is demotiverend. Communicatie is hierbij essentieel, communicatie tussen leerkrachten en leerlingen, maar evengoed tussen directie en leerkrachten of leerkrachten en ouders.”

Zet in op ondersteuning

Digitaal leren vereist digitale competenties van leerkrachten en leerlingen én de nodige hardware en software zodat geen enkele leerling uitgesloten wordt van het leerproces. VSK vraagt samen met verschillende onderwijspartners in de VLOR om hier structureel op in te zetten en werk te maken van digitale inclusie.

Emily: “En denk daarbij niet alleen aan de leerlingen, maar ook aan de leerkrachten. Het is belangrijk dat wat oudere leerkrachten hierin worden ondersteund, dat zij bijscholing krijgen over online lessen. Ik merk dat dat niet altijd even vlot loopt. Zo weten zij vaak niet hoe je een online meeting moet organiseren of zetten we hun taal in het verkeerde mapje. Laat leerkrachten elkaar daar ook in ondersteunen.”

Mauro: “Sommige scholieren zien ook wel voordelen in afstandsonderwijs. Laat ons nadenken over hoe we dit beperkt deels kunnen behouden. Hoe we leerlingen en leerkrachten hier meer bij kunnen betrekken. En laat ons kijken hoe we op maatschappelijk niveau hieruit kunnen leren.” 

Autonoom leren in een krachtige leeromgeving

Wil jij met je school ook inzetten op meer autonoom leren in een krachtige leeromgeving? Met deze oproep wil de Koning Boudewijnstichting onderwijsactoren aanmoedigen om werk te maken van (1) de ontwikkeling van een visie op onderwijs waarin leerlingen het leerproces mee in handen nemen en dit in een krachtige leeromgeving, en (2) de implementatie van acties voor het concreet realiseren van deze visie in de klas. Scholen kunnen hiervoor tot 4.000 € steun aanvragen.